Resultaten peiling stripetiketten
In de Open Vlacc-nieuwsbrief van december pol(l)sten we graag naar jullie interesse in standaardetiketten voor strips. En reageren deden jullie! In totaal vulden zo’n 60-tal bibliotheken de poll in. Enkele tendensen zijn meteen duidelijk, waaronder deze: bibmedewerkers zijn ‘sjoemelaars’. Jullie gebruiken met veel enthousiasme de standaardetiketten, maar passen op het einde toch nog graag enkele etiketvelden aan.
Het gebruik van Biblioprint lijkt ondertussen heel goed ingeburgerd: 93% van de respondenten geeft aan dat ze de toepassing al op één of andere manier gebruiken. Van deze ‘Biblioprinters’ geeft zo’n 11% aan enkel de manuele etikettenmodule te gebruiken. Deze etiketten worden dus niet meegeteld in onze jaarlijkse telling. Daaruit bleek dat bibliotheken in 2024 zo’n 1,5 miljoen etiketten aanmaakten via de ISBN-scan.
Uit onze beperkte bevraging blijkt dat zo’n 44% van de Biblioprint-bibs die standaardetiketten gebruikt, de velden niet meer structureel aanpast. Daarbij tellen we geen eenmalige afwijkende plaatsingen. 56% past de etiketten dus wél nog structureel aan omdat ze intern andere afspraken gemaakt hebben. Daarbij gaat het vooral om het hoofdwoord (omkering van de auteursnaam) en het jaartal, maar ook de kleur van de jeugdcategorieën.
Zo’n 12% van de inzenders geeft aan dat ze helemaal niet van plan zijn om eventuele stripetiketten te gebruiken. Interessant: die groep overlapt niet zomaar met de niet-Biblioprint-gebruikers. De reden hiervoor lijkt eerder dat de bibs in kwestie al een heel uitgewerkte logica rond stripetiketten opgezet hebben. Mogelijk beheren ze een vrij uitgebreide collectie, waardoor ze hun huidig etiketsysteem niet willen omgooien. De categorie ‘niet-Biblioprinters’ zou dan weer overwegen om de toepassing wel te gebruiken als er stripetiketten beschikbaar waren.
De allerbelangrijkste conclusie: er lijkt veel enthousiasme te zijn over gestandaardiseerde stripetiketten. Zo’n 76% van de deelnemers in onze (weliswaar zeer beperkte) bevraging is vragende partij voor zowel jeugd- als volwassenenstrips. Slechts een kleine groep heeft een specifieke etikettenvraag, zoals enkel voor volwassenen (3,5%), enkel voor jeugd (5%) of enkel voor graphic novels (één bib). Dat onderscheid graphic novels vs. strips keert in de antwoorden heel vaak terug. Veel bibliotheken stellen volledig andere eisen aan graphic novel-etiketten, wat logisch is, maar ook de etikettenlogica een stuk ingewikkelder zal maken. Die logica wordt namelijk uitgeschreven in redeneerschema’s: 28 flowcharts, met een heel woud aan vertakkingen, die allemaal in elkaar grijpen. Niet eenvoudig om hierin een zeer diverse groep van materialen in te puzzelen: AVI-boekjes in stripvorm (Plaats je ze bij de AVI’tjes of bij de stripverhalen? Plaats je een reeks op het etiket of niet?), strips met meerdere hiërarchische reeksen (Welke reeks plaats je op het etiket?), seriële publicaties op de grens tussen manga en graphic novels… Het zal aan de werkgroep zijn om deze knoop te ontwarren, maar de vraag lijkt in de sector in ieder geval te leven!